Gewas & teelt

knolgewas bewerktDe freesia is een knolgewas. Na het planten groeien uit de knol één of meer nieuwe scheuten, die in eerste instantie bladeren afsplitsen. Om bloemknoppen aan te leggen is een periode van minimaal vier tot zes weken bij een relatief lagere temperatuur nodig, bij voorkeur lager dan 17° C. De aangelegde knoppen groeien uit tot stengels met de bekende aarvormige bloem. Als de omstandigheden goed zijn groeien ook de zijstengels (haken) uit tot oogstbare takken.

Na de bloei sterft het blad tezamen met de stengels af. Het onderste verdikte deel van de stengel groeit uit tot een knol, en aan deze knol groeien (meestal) twee tot zes zijknolletjes (kralen). Soms groeien er in de oksels van de stengel ook nieuwe kralen, de z.g. bladkralen. Na het oprooien kunnen deze knollen en kralen na een temperatuurbehandeling van drie tot vier maanden bij 28-30° C weer geplant worden. De knollen en kralen zijn plantrijp als er na deze temperatuurbehandeling wortelpuntjes te zien zijn. Ze kunnen dan weer geplant worden. waarna de teeltcyclus opnieuw begint.

Freesia’s zijn in een groot aantal gebieden te telen, zowel buiten als in kassen. Essentieel voor de knopaanleg is een koudeperiode in het begin van de teelt. Verder kunnen freesia’s niet tegen vorst, en zijn ook zeer hoge temperaturen ongunstig voor de gewasontwikkeling.